Andere planvorm, andere benadering

Met de Wet versterking regie volkshuisvesting verdwijnt de woonvisie uit de Woningwet. In de plaats komt het verplichte volkshuisvestingsprogramma. De wetgever kiest hiermee bewust voor een andere planvorm, die ook bewust een andere benadering vraagt. Het is dan ook zeker geen oude wijn in nieuwe zakken. Woonvisies maken mag nog steeds, en is vaak politiek noodzakelijk. Maar voor concrete invulling en grip op de uitvoering moeten we echt uit een ander vaatje tappen.   

Meebewegen en verder bouwen

Waar de woonvisie sterk beleidsmatig is, ziet het volkshuisvestingsprogramma vooral op de uitvoering. Het instrument is van het college. Zij kan het programma frequent aanpassen en zo blijven inspelen op de actualiteit. Maak je dit onderdeel van het politieke proces met de gemeenteraad, dan zijn snelheid en uitvoering niet de leidraad. Beleid, kaderstelling en bestuurlijke verhoudingen zetten dan de norm. Dat betekent niet logischerwijs een versnelling of meer realisatiekracht. Om die te vergroten moeten gemeenten werken naar de bedoeling van de wet met een uitvoeringsgericht volkshuisvestingprogramma. Veel gemeenten hebben de ingrediënten hier al voor en hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Bestaande inzichten over geschikte ontwikkellocaties, het vlottrekken van woningbouw of bestaande prestatieafspraken zijn samen een goed vertrekpunt voor het volkshuisvestingsprogramma. De grootste uitdaging is de samenhang hierin aan te brengen.

Ruim baan voor het college

Vanuit politiek oogpunt is alles belangrijk; parkeernormen, welstandstoezicht, sociale huur, betaalbaar- of toegankelijkheid. Deze ambities zijn allemaal gerechtvaardigd. Maar opgeteld slaat het de boel dood. De gemeenteraad kan in een omgevingsvisie of woonvisie deze ambities neerleggen. Het college staat aan de lat om dit te verfijnen en op projectniveau ambities tegen elkaar af te wegen. Bedenk daarbij dat een bouwproject jaren duurt. In die tijd heeft het college handelingsvrijheid nodig om met ontwikkelende partijen in elke fase in te spelen op de dan geldende actualiteit; stap voor stap van grof naar fijn.  

Wonen met zorg vereist afstemming

Ook wonen met zorg krijgt een plek in het volkshuisvestingsprogramma. Dat gaat over de ruimtelijke vraag waar je welke zorg wil leveren. Het is belangrijk dit concreet te koppelen aan ondersteunend (WMO-)aanbod en de inzet van zorgpartners om de zorg op de gekozen plekken te regelen. Afstemming met het sociaal domein is dan essentieel. Want een woonzorgcomplex neerzetten is één ding. Maar zonder de gewenste dagbesteding is het complex nutteloos.

Afwegingskader voor bruikbaar volkshuisvestingsprogramma

Weten wat op welk moment en welk niveau moet worden geregeld. Zicht en grip krijgen en houden op mogelijke vertragingen in het uitvoeringsproces. Hoe houd je daarbij als gemeenteraad je rol als hoogste orgaan en laat je tegelijk ruimte aan het college om de uitvoering adequaat vorm te geven? Onze adviseurs helpen afwegingen te maken. Bijvoorbeeld over de gedetailleerdheid van sturing vanuit de raad. Ook richten we met u een planning- en controlcyclus in, waarbij raad en college op de juiste momenten aan zet zijn. Zo wordt het volkshuisvestingsprogramma een bruikbaar en levend instrument.

Meer weten?

Binnenlands Bestuur organiseert op donderdag 26 september het congres ‘Grijp de kansen van de Omgevingswet!’. Die dag praat Bram Klouwen je bij over het volkshuisvestingsprogramma en het voorgestelde wettelijke kader. In twee paneldiscussie komen de do’s en don’ts aan de orde. En met oog voor verschillen tussen stedelijke en landelijke gemeenten delen Remco Deelstra (gemeente Leeuwarden) en Jasper Prick (gemeente Staphorst) hun ervaringen. Aanmelden kan via de button hieronder.

Lees ook:

26 augustus 2024

Delen: