Semi-leegstand

De term leegstand dekt eigenlijk de lading van het probleem niet goed. Het suggereert een tweedeling: óf een pand is in gebruik, óf het staat leeg. In werkelijkheid treffen we een palet aan met talrijke tussensituaties. Een schuur waar vroeger tachtig stuks melkvee stonden, en nu nog maar vijf, staat op papier niet leeg. Veel agrarische ondernemers zonder opvolger stoppen niet van de ene op de andere dag met hun bedrijf. Ze verminderen langzaam hun activiteiten, houden nog enkele stuks vee aan en houden ook hun KvK-inschrijving actief. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, van fiscale tot emotionele. Soms is het woonhuis van een boerderij nog wel bewoond, maar staan de stallen (vrijwel) leeg. We spreken dan van semi-leegstand.

Grip op het landelijk gebied

In landelijke gebieden is de (semi-)leegstand groot. Het is voor gemeenten lastig grip te krijgen op deze problematiek. Betrouwbare cijfers ontbreken vaak. Of je moet erf voor erf langsgaan, zoals de gemeente Berkelland deed. Berkelland bezocht alle 861 agrarische erven in haar gemeente. Wat bleek? Nog maar 43 procent van de bezochte erven was een volwaardig draaiend gezond boerenbedrijf. Bij de rest was sprake van het verminderen of beëindigen van agrarische activiteiten. In één gemeente gaat het dan al om honderden boerderijen. Een enkele boerderij kan een nieuwe bestemming vinden. Denk bijvoorbeeld aan een bed-and-breakfast, een zorgboerderij, een cursusruimte of een caravanstalling. Maar de aantallen zijn zo groot dat dit soort herbestemming nooit de hele transformatie op het platteland kan afdekken. En meer leegstand van agrarisch vastgoed betekent een groter risico op ongewenst gebruik en ondermijning.

Sloop van boerenschuren

Veel gemeenten zetten in op sloop. Zeker bij niet-monumentale en soms zelfs landschap ontsierende schuren. Companen stelde voor de VNG een aanvulling op de Handreiking Leegstand op. In die aanvulling beschrijven we diverse instrumenten om de sloop van boerenschuren te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan het afgeven van sloopvouchers. Gemeenten kunnen daarmee lege schuren alvast slopen, voordat overeenstemming over een nieuwe bestemming is bereikt. Lege schuren blijven zo niet onnodig lang leeg staan als wisselgeld voor onderhandelingen. Tegelijkertijd houdt de eigenaar recht op bijvoorbeeld toepassing van een Rood-voor-Rood-regeling. Veel gemeenten en provincies bieden voorlichting over en ondersteuning bij de werking van deze regeling. Bijvoorbeeld door onafhankelijke erfcoaches in te zetten. Soms aangevuld met specifieke regelingen rond bijvoorbeeld asbesthoudende schuurdaken. In de aanvulling op de handreiking staan ook voorbeelden van het stimuleren van gezonde gebieden. Zoals de Groningse ‘levendige linten’.

Meer weten?

Klik hier voor onze aanvulling op de Handreiking Leegstand.

Wilt u in uw gemeente het leegstandsbeleid voor agrarisch vastgoed effectiever vormgeven? Neem dan contact op met Ronald Camstra of Bram Klouwen.

18 augustus 2022

Delen: